Omdat bij aardwarmte activiteiten in de diepe ondergrond plaatsvinden, is de Mijnbouwwet, met als bevoegd gezag het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG), de leidende wetgeving voor geothermie. Vanaf 1 juli 2023 geldt er wet- en regelgeving specifiek voor aardwarmte.
Alle regels die betrekking hebben op het opsporen, winnen en opslaan van delfstoffen en aardwarmte zijn vastgelegd in de Mijnbouwwet. Voor het starten van een geothermieproject is een Toewijzing Zoekgebied voor Aardwarmte nodig. Deze vergunning geeft exclusiviteit om in een bepaald gebied onderzoek te doen naar de geschiktheid van de ondergrond.
Na gedetailleerd onderzoek en voorbereiding kan de ontwikkelaar een Startvergunning voor Aardwarmte aanvragen. Hiermee mogen de eerste boringen worden uitgevoerd en kan het project technisch worden getest. Voor het boren zelf is daarnaast een omgevingsvergunning nodig. De Omgevingswet heeft betrekking op onder andere bouwvereisten, milieueffecten en de ruimtelijke inpassing.
Als uit de testfase blijkt dat het project technisch en economisch haalbaar is, wordt een Vervolgvergunning voor Aardwarmte aangevraagd. Deze vergunning maakt het mogelijk om structureel warm water te winnen.